Gewonnen land: polderen in Noord-Holland

Door Marja van Kampen (tekst en foto's)

Geen betere plek dan Noord-Holland om een rondje te zwerven door eeuwenoude polders. Meer dan vijfhonderd jaar geleden begonnen ze hier al met polderen, vooral ten behoeve van de Amsterdammers. Talloze dijken, afwateringssloten, gemalen en wegen getuigen van dit fenomeen, dat tegenwoordig een andere betekenis heeft.

Binnenzee de Purmer

Op een mooie ochtend rijden wij door het stille agrarische Ilpendam, gelegen aan de rand van de Purmer en ontstaan als ontginningsnederzetting, naar de Purmerdijk. De ringvaart daar werd in de zeventiende eeuw onderdeel van de trekvaart naar Amsterdam en dat bracht toen wat reuring met zich mee. Het vereist verbeeldingskracht om in het omliggende landbouwgebied de voormalige binnenzee de Purmer te zien, met een open vaarweg naar de Zuiderzee. Na jarenlang bakkeleien lag die in 1622 droog.

Purmer Ringvaat

Aan het eind ligt de groeikern Purmerend. De Purmerpolder omvat het buitengebied tussen Edam en Overleek, bij Monnickendam. Onze weg voert over smalle dijkwegen, langs weilanden met melkkoeien en stolpboerderijen, heerlijk ruimtelijk. En zo bereiken wij Monnickendam, waar eeuwen geleden grote zeeschepen via de Purmer Ee naar de toen achterliggende meren Purmer, Beemster en Schermer tot aan Alkmaar voeren. De stad glorieerde toen: sluizen, scheepswerven en fraaie huizen verwijzen daarnaar. Wij dromen die nacht van polders en water.

Hollandser dan Hollands

Monnickendam was fijn, maar wij zijn erg nieuwsgierig naar de Beemster, een nog authentiek ingedeelde polder, die zelfs op de UNESCO-Werelderfgoedlijst staat. Wij rijden door Kwadijk en over landelijke wegen en dat gaat moeiteloos. De omgeving is Hollandser dan Hollands. Wij weten nu dat in 1607 wat Amsterdamse kooplieden en Haagse bestuurders besloten de Beemster droog te malen. Het ging hun voornamelijk om het geld: vruchtbare zeekleigrond is immers goed te verpachten. De bouw en het plaatsen van de 43 molens was de taak van Jan Adriaanszoon Leeghwater. Het verrassend vruchtbare nieuwe land werd economisch ingedeeld in rechthoekige kavels en binnen een jaar hadden de durfinvesteerders al hun geld binnen. En toen verrezen hun lusthoven.

Mooie huizen in De Beemster

Onder andere aan de Volgerweg stonden veel van die buitenplaatsen en herenboerderijen. Wij staan even stil bij de prachtig bewaard gebleven stolp De Eenhoorn uit 1682. Apart om over de geometrisch strak aangelegde polderwegen te rijden met rondom ons het goede leven in de Beemster.

Cultureel Middenbeemster

De allereerste nederzetting werd Middenbeemster. Wij bezoeken ook de tot museum omgebouwde pastorie, waar schrijfster Betje Wolff woonde. Met stijlkamers en op zolder haar schrijfdomein, wat ze Kipperust noemde. Zij was een aanhanger van de verlichting, een cultureel-filosofische en intellectuele stroming in de achttiende eeuw.

Betje Wolff museum Betje Wolff museum

In een voormalige burgemeestersstolp is nu het Bezoekerscentrum Beemster gevestigd. Ook werpen wij een bewonderende blik in de hervormde kerk uit 1612. Dan gaan we weer de Beemsterpolder in, waar wij stoppen bij een gemaal, om de peilschalen binnen en buiten de polder te zien: een verschil van 4,5 meter. Voorbij Oosthuizen, met de eeuwenoude kruiskerk en Dick Trom-dorp Etersheim, beginnen wij aan de 126 kilometer lange Westfriese Omringdijk. Deze eeuwenoude dijk, die op de provinciale monumentenlijst staat, zorgt er mede voor dat het van oorsprong drassige Westfriese land droog blijft. Globaal loopt deze ring van Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Schagen, Alkmaar en terug naar Hoorn.

Westfriese Omringdijk: genieten met de camper

Het is puur genieten om met de camper over de smalle Westfriese Omringdijk te rijden, met een weids uitzicht over de voormalige Zuiderzee en binnendijkse kolken. We bewonderen het oude stoomgemaal Westerkogge uit 1867 bij Hoorn, om even daarna op de fijne camperplaats bij de jachthaven te parkeren. Zo kunnen we uitgebreid dwalen in het monumentale centrum, rijk dankzij de VOC. De hoger gelegen straat Grote Oost is onderdeel van de Omringdijk. Op nummer 2, dicht bij de Roode Steen, was vroeger het waterschap gevestigd.

Camperreis Noord Holland Omringdijk Bij Ijsselmeer Westfriese Omringdijk bij IJsselmeer

De volgende morgen slingeren wij verder over de ringdijk, langs het IJsselmeer en sluimerende dijkdorpen Schellinkhout, Wijdenes en Oosterleek, om zo Enkhuizen in te rijden. Met een voldaan gevoel kuieren we door het sfeervolle stadje, toen belangrijk vanwege de haringvangst en de VOC. De Drommedaris, een overgebleven verdedigingstoren, is hét kenmerk van Enkhuizen. Wij vervolgen onze dijktocht langs Andijk, Onderdijk en komen zo bij het prachtige oude museumstoomgemaal de Vier Noorder Koggen.

Medemblik - Twisk

Het is goed toeven in het centrum van Medemblik, waar we overnachten bij de jachthaven, vlak bij de dwangburcht Radboud. De volgende dag maken we vanaf de Omringdijk een kleine zijsprong naar Opperdoes, om vervolgens over smalle polderwegen aan te komen bij het werkelijk beeldschone Twisk, met een beschermd dorpsgezicht. Hier staan veel rijksmonumenten. Een van de bekendste is de Muntenboerderij, uit de zestiende eeuw, waar men een witte Siegburger pot vol Spaanse Matten vond.

Twisk Twisk

Wij zoeken weer de Omringdijk op en genieten van het oude land aan de ene en de Wieringerpolder aan de andere kant. Het Lintdorpje Kolhorn lijkt onder aan deze dijk geplakt. Al wandelend in Schagen, de stad van de markten, besluiten wij niet hier, maar op de landelijk gelegen SVR-camping in Warmenhuizen te bivakkeren. Wij tuffen er later naartoe via Schagerbrug, Sint Maarten en bewonderen onderweg nog de reconstructie op bestaande fundamenten van de dwangburcht ’t Huijs te Nuwendore in Krabbendam.

De laatste polderetappe

Onze laatste polderetappe voert verder over de Omringdijk, langs het Noordhollandsch Kanaal. Aan Alkmaar kun je niet zomaar voorbij gaan: de honderden monumenten, leuke winkelstraatjes en grachten zijn een wandeling meer dan waard. Na de lunch rijden we naar Schermerhorn en bekijken de windmolens.

Molens in De Schermer

De Schermer is een van de laatste grote meren die in de Gouden Eeuw zijn drooggemalen. Helaas viel de grondkwaliteit behoorlijk tegen, waardoor de investeerders het schip ingingen. Dan gaan we naar het historische De Rijp, een voormalig eiland tussen de Schermer en de Beemster en de geboorteplaats van de waterbouwkundige Leeghwater. In Museum In 't Houten Huis, een voormalig weeshuis, kom je veel te weten over de droogmakerij in 1635. Wij kiezen voor de camperplaats in De Rijp en fietsen de volgende dag nog even naar Fort bij Spijkerboor, onderdeel Stelling van Amsterdam, voor wij ons rondje afsluiten en met veel opgedane kennis weer huiswaarts gaan.

Vierduizend polders

Holland probeerde reeds in de zestiende eeuw kleinschalig te polderen, ofwel droogmaken. Mede onder leiding van Leeghwater en zijn molens werden de eerste helft van de zeventiende eeuw diverse grote plassen drooggemalen. Tegenwoordig zorgt het Hoogheemraadschap Noorderkwartier daar voor droge voeten. Nederland telt wel zo’n vierduizend polders. West-Friesland is weliswaar geen polder, maar de monumentale, 126 kilometer lange Westfriese Omringdijk was wel nodig om het drassige veenland voor meer nattigheid uit de Noordzee en de Zuiderzee te beschermen.

Camperplaatsen

Gpx-bestanden

Download hier de gpx-bestanden van de route.

Meer informatie over het downloaden van gpx-bestanden staat hier.

Dit artikel verscheen in een andere vorm in Kampeerauto nr. 6 2017.