Uitwaaien aan de waddenkust

Tekst en foto's Marja van Kampen

Aan de Duitse Noordzeekust kun je in de zomer heerlijk in de zon wentelen, maar er is het hele jaar door veel te zien. Bovendien kun je er in de winter en het vroege voorjaar je hoofd lekker leegmaken.

Cuxhaven Camperplaats Op Zeepunt

Wildlands en Leer

Onze camperneus gaat noordwaarts en we maken een stop in Emmen om Wildlands te bezoeken, het vernieuwde dierenpark dat naar een locatie net buiten de stad is verplaatst. Niet iedereen is gecharmeerd schijnt het, maar wij zijn dat wel. We wandelen door de vier werelddelen die qua flora en fauna bijzonder knap zijn nagebootst. Buiten vertoont niet alle fauna zich, want het waait en plenst, maar backstage is er veel te zien. Ook is er nog steeds een vlindertuin, maar wij denken eerlijk gezegd met weemoed terug aan de oude.
Daarna rijden we dwars door een weids, doch lichtgrijs Noordoost- Groningen – met beweeglijke luchten en strakke vaarten – naar Leer. Dat is een havenstadje in de Duitse regio Ostfriesland.
Het ligt aan de rivier de Ems, net over de grens. De handel in thee, aangevoerd op klippers, maakte de stad ooit rijk en welvarend. Wij popelen om met die theetraditie kennis te maken. Op de deuren van het Bünting Theemuseum hangt echter een bordje ‘Montags geschlossen’ – jammer, dan meteen maar aan het theeritueel in de sfeervolle Ostfriese Teestube.

Wildlands

Norddeich

De Ostfriese veenlanden met dijkjes en linten windmolens lijken wel uitgestorven. We doorkruisen de stad Emden, die aan de Dollard ligt – aan de overkant zie je het Groningse Termunterzijl – en arriveren in Norddeich. Dat dorp ligt aan de Waddenzee. We ruiken al van verre de zilte lucht en de veerdiensten naar het eiland Norderney roepen een maritieme sfeer op. Eerst gaan we kijken in het zeehondenstation in het Nationalpark-Haus. Vertederend, de verzwakte jonge dieren die hun moeder kwijt zijn. Met liefde worden ze hier voorbereid op een terugkeer naar de zee.
Dan met dikke jas, muts en das laten we ons heerlijk uitwaaien langs de stormachtige waddenkust.

neuharlingersiel haventje

Neuharlingersiel

Rijd je langs de noordkust naar het oosten, met aan je linkerhand de rij Duitse Waddeneilanden Juist, Norderney en Baltrum, dan kom je uit in het populaire toeristendorp Neuharlingersiel.
In februari is het er rustig. Toch staan er samen met ons tien campers aan de kust, zicht biedend op het eiland Langeoog. In havens is altijd bedrijvigheid en slenterend ontdekken we het kleine Buddelschiffmuseum, waar we ons voor twee euro vergapen aan scheepjes in flessen. Een Fischbrötchen kunnen we niet overslaan, daar staat men hier bekend om: vis natuurlijk, groente, augurken, remoulade... Al etend bereiken we de Siel van Neuharlingersiel. Je zou het een sluis kunnen noemen: een eenvoudige klepduiker in de dijk, die bij eb wordt opengedrukt door het binnenwater en bij vloed onder druk van het zeewater weer dicht gaat. Zo water je af in de goede richting. De spuitcapaciteit is niet zo groot, dus staat er vaak een gemaal bij. Nogal wat plaatsnamen aan deze kustlijn eindigen op ‘siel’.

Cuxhaven

Bremerhaven

Rijdend van Siel naar Siel spotten we onder aan de dijken al wat lammeren tussen de drachtige schapen: voorbode van de lente. Verderop is Bremerhaven aan de monding van de Weser een levendige Hanzestad, waar we ons vermaken met een tentoonstelling over de Polarstern, een groot Duits poolonderzoekschip. Vooral de beleving met de 3D-360-gradenbrillen geeft een wow-gevoel: je reist als het ware mee naar de Noordpool. In Cuxhaven boffen we met de mooiste plek op de camperplaats: het zicht op de Elbemonding en de Noordzee is grandioos. De wateren zitten vol verraderlijke zandbanken en sterke stromingen en zijn gevreesd bij zeevaarders en watersporters. We zoeken dan ook het wrak-en visserijmuseum Windstärke 10 op, mooi opgezet in een voormalige vishal, fris en modern met dramatische beelden en verhalen over scheepsrampen en alles wat de zeevaart betreft. Ja, ook hier wordt de vis duur betaald.

Büsum

We tuffen verder door uitgestrekte bedijkte binnenlanden en pakken de Elbfähre naar Glückstadt: we zijn nu in Nordfriesland. We nemen de hoge brug over het Noord-Oostzeekanaal bij Brunsbüttel en snuiven in Büsum de zeelucht weer op. Het is een charmante toeristenplaats pur sang met viskotters, visrestaurantjes, winkeltjes met hebbedingetjes en een  bezienswaardigheid als de lieflijke St.-Clemens-Kirche: wit gepleisterd, rode pannendaken en een luisterrijk interieur. Maar voor ons is de hoofdmoot vooral flaneren op de boulevard langs de waterkant, de zeewind om het hoofd. ’s Nachts wakkert de wind aan, waardoor we schudden in onze camper, terwijl de regen tegen de ruiten slaat. Ook dat hoort bij de Noordzeekust.

Eidersperrwerk en Tönning

Het platteland van Nordfriesland, het noordelijke deel van de deelstaat Schleswig-Holstein, is dunbevolkt en vlak, met dijken en groepen windmolens aan de einder. Ook de Duitsers hebben te kampen met de grillen van de machtige zee, vandaar het Eidersperrwerk, de grootste stormvloedkering aan de Duitse kust. Dit kunstwerk is gebouwd van 1967 tot 1973, nadat de bevolking was bekomen van de stormvloed van 1963. Het ziet er imposant uit als wij er aankomen, bij een dikke 8 beaufort. In het nabije Tönning komen we op de camperplaats pal aan de Eider te staan en over het uitzicht valt dus niet te klagen. In de historische havens liggen kotters, de huizen hebben zeventiende-eeuwse gevels en de taluds staan vol kleurige krokussen.

Rendsburg

In het Multimar Wattforum, het bezoekerscentrum voor het Nationalpark Wattenmeer, worden we niet alleen overweldigd door de drukte van gezinnen, maar ook door wat je hier allemaal ziet en kunt doen. De aquaria zijn de eyecatchers, maar ook de vele interactieve spellen waarbij je kennis opdoet over de wadden, houden de aandacht vast. Een vette aanrader voor jong en oud, waar je zomaar uren zoet bent. Op weg oostwaarts naar Rendsburg zijn praktisch geen windmolens meer te zien, misschien omdat deze ‘Aktiv-Region Flusslandscha Eider-Treene-Sorge’ goed zorgt voor landschap en natuur, vol stroompjes en rivieren, afgewisseld door veldjes met grazers. Een bord valt op: ‘Holländerstädtchen Friedrichstadt’, dat moeten we even zien.
Het blijkt een vierkant stadje met een rits vertrouwd ogende grachtenpanden, dat in 1621 door Hollandse kolonisten is gesticht. Er zijn rondvaarten door de grachten, de Duitsers zijn er weg van.
In Rendsburg staan we pal aan het  Noord-Oostzeekanaal, waar mega-zeeschepen doorheen varen. Het is een honderd kilometer lange verbinding tussen de Noord- en de Oostzee die schepen de noordelijke lus rondom Jutland bespaart. Voor reders blij het een afweging, want de transit fee – het tarief – is geen kattenpis. Wij fietsen door de kanaaltunnel en zoeken en vinden aan de overkant gezelligheid in de Altstadt.

hollaendisches-friedrichstadt

Op weg naar huis is Hanzestad Bremen onze laatste stop. We komen hier vaak, maar het verveelt nooit. Eerst de genoeglijk middeleeuwse sfeer proeven in het oudste stadsdeel, de wijk Schnoor. Vroeger woonden en werkten hier ambachtslieden, nu vooral goudsmeden en kunstenaars. Dan verderop naar de amper honderd meter lange Böttcherstrasse, een kunstwerk op zichzelf met jugendstil en bijzondere winkeltjes. Bremen: altijd reuring en heerlijke Kaffee und Torte. Thuis zullen we met een brede glimlach terugdenken aan Ost- en Nordfriesland.

Thee Kaffee und Torte Bremen

Overnachten

Camperplaats Emmen, Emmen 7
Camperplaats P9 Parking, Leer 675
Camperplaats Am Ostanleger, Neuharlingersiel 4788
Camperplaats Reisemobil-Parkplatz Doppelschleuse, Bremerhaven 586
Camperplaats Fährhafen / Alten Liebe und Kugelbake, Cuxhaven 594
Camperplaats Wohnmobilplatz im Nordseeheilbad Büsum, Büsum 6898
Camperplaats Wohnmobilhafen am Kanal Cafe, Osterrönfeld (bij Rendsburg) 61365
Camperplaats Reisemobilstellplatz am Kuhhirten, Bremen 8478

De sitecodes verwijzen naar locaties op Campercontact.com.