Camperreis in de maartse vrieskou

Door Marja van Kampen (tekst en foto's)

Het is bitterkoud, er is regen tot motsneeuw en het waait guur, maar de maartse lentekriebels vragen om een camperuitstapje. Dikke jas, muts, pan snert, volle lpg-tank, wie doet ons wat?

De eerste stop is in België  bij Barrage de la Vesdre, bij Eupen, pal aan het stuwmeer. Rust, schoonheid, wandelen en that’s it. Om half tien vlei ik: zullen we lekker onze kooi induiken? Uitgerust rijden we de volgende dag over de Route des Sources met hellingen tot wel 10 procent, langs Theux met de ruïne van Château de Franchimont en het Mariabedevaartsoord Banneux. Soms stoppen we even: de benen strekken en de omgeving bewonderen. We zien sneeuwrijke skipistes, zoals Baraque de Fraiture. Parc Chlorophylle bij Manhay is dicht, dus het boomtoppenpad daar is niet toegankelijk.

De omgeving van La Roche en Ardenne is zalig om in een warme camper doorheen te tuffen. Ons doel is Sint Hubert. De camperplaats is subliem, dicht bij het centrum. Het is een lieflijk plaatsje, met slechts vijfduizend inwoners, maar met een immens grote, gelijknamige basiliek en abdijencomplex. De omgeving is een wandelparadijs en ziet er uit als een kerstkaart, maar het is nu o zo koud. Ik stel voor om morgen boeken te gaan snuffelen in het verderop gelegen Redu, hét boekenplaatsje. Mijn lief wijst naar mijn e-reader en stelt Mondorf-les-Baines voor, om lekker te poedelen. Helaas, daar daar op de grens van Luxemburg en Frankrijk vinden we de camperplaats en de omgeving onaantrekkelijk, dus we willen door.

Next camperstop: Frankrijk

Wat denk je van kunst, vraag ik. Centre Pompidou in Metz? Een instemmend gebrom, dus zo komen we in Metz, dat totaal op de schop ligt.We belanden uiteindelijk aan de Moezel. De stad is bedrijvig, bekend om zijn vele bruggen, de Kathedraal Saint-Étienne en de Marché Couvert, waar de uitgestalde etenswaren exotische stillevens lijken. We slenteren door naar het Hauptbahnhof, nu La Gare en in volle glorie gerestaureerd en we bewonderen een futuristisch kunstwerk: Centre Pompidou.

camperreis-maartse-vrieskou-1Futuristisch kunstwerk: Centre Pompidou

Aan de welkomstgroet Ouvrez votre sac au dos geven wij braaf gehoor en we lopen geïmponeerd de megagrote glazen hal door om tickets te kopen.

Met een druk op een knop belanden we vervolgens in een voorgeborchte, waar de eerste van de vele suppoosten ons opwachten. Via een vrij hangende glazen lift rijzen we naar Galerie 1 met de tijdelijke expositie Une brève histoire des lignes. Dit voelt bevreemdend, alles is met, door en van lijnen. Woordeloos kijken we elkaar aan: kúnst! In Galerie 2, met wanden met grote magische vierkanten, rondingen, golven, felle kleuren, voel je je krimpen. Ten slotte krijgen we bij Galerie 3 een soort knijpkat uitgereikt en onvoorbereid duikelen we zo een pik- en pikdonkere ruimte in met heuse foto-expositie. Dwaallichtjes en draaigezoem van de medebezoekers werken bijna hallucinerend. De foto’s kun je enkel met je ledlampje begluren, hartstikke grappig. Laten we nu doodgewoon een quiche lorraine gaan eten, stelt mijn lief voor.

Op naar Baccarat

Nog onder de indruk en met een gevulde lpg-tank rijden we naar Baccarat: kristalstad. Op een weids plein aan de Meurthe is de camperplaats, waar het water blijkt afgesloten. We hebben zicht op een markante ronde kerk van 1957, met een losse driekante betonsplinter als toren. De 52 verschillende kleurtinten in de ramen zijn modern Baccarat-glas. Verderop is het Musée du Cristal, gevestigd in Château Baccarat, maar dat is helaas wegens een verbouwing gesloten. Ertegenover ligt een fraaie oude fabriek, met links en rechts pittoreske arbeiderswoningen. Er is inmiddels veel bijgebouwd en her en der hoor je de ovens brullen. Helaas is er geen rondleiding. De oogstrelende uitstalling van al het Baccarat-kristal kunnen we wél bewonderen en daar is niks tuttigs bij: veelal modern design en glaswerk in de hogere prijsklasse. Wij kuieren nog even naar het westen, een hoger gelegen deel met duidelijke zichtbare dikke stadsmuren en ruïnes van fortificaties. Verderop ligt het Franse boekenstadje Fontenoy-la-Joûte, probeer ik. Maar de reactie is dat zeven kilometer heen en weer wandelen toch echt riducuul is.

Thermostaatstoring

De volgende morgen krijgen we een storingsmelding bij het hoger zetten van de thermostaat. Lpg is er genoeg. Nu is het nog warm, maar mijn bezorgde lief voorziet narigheid met deze vrieskou en besluit onverbiddelijk richting huis te rijden. Colmar stond op het programma, jammer dan. Misschien kunnen we nog een tussenstop maken op de camperplaats in Nettersheim, waarvan we weten dat er altijd stroom is.

Camperreis Maartse Vrieskou 2 Nettersheim: in de natuur en aan de stroompaal en dan wandelen naar de Hoge Venen

Onze Truma werkt tot een bepaalde temperatuur ook op netspanning. De stemming en de temperatuur dalen. Het gekke is dat de kookplaat en koelkast het wel doen. We tanken acht liter bij, maar dat helpt niet. Tijdens een koffiestop blijkt de Truma het opeens weer te doen. Komt het door het schudden, of is het warmer? Dat de lpg-cocktail van propaan en butaan per gebied verschilt, weten we, maar kunnen ze dat bij de pomp niet aangeven? Wij hadden duidelijk propaangebrek met het verwarmen van de camper. Vlak voor Nettersheim bietsen we bij een tankstation nog tuingieters water en daarna kunnen we aan de stroom. Zielsgelukkig banjeren we dan kniehoog door de sneeuw in de Hoge Venen.

Camperplaats aan de Lenne

Door het Bergisch Land rijden wij een sneeuwvrij Altena binnen. Aan de Lenne nemen we de camperplaats met een glimp van de hooggelegen Burg Altena.

Altena

Vanuit de laaggelegen stad te bereiken via via veel smalle trapjes. De smalle lange Burg wordt weer middeleeuws gepimpt met EU-steun. Jeugdherberg, musea en restaurant zijn open en dat is fijn. Altena is wereldwijd bekend om zijn draadstaalfabrieken. In het Draadstaal Museum is alle informatie te vinden over wat ooit daarvan is gemaakt en nog zal worden gemaakt, van maliënkolder tot supergeleider. Bijzonder, dat wisten we niet.

Veel is met draadstaal in Altena

Het smalle stadje, ingeklemd tussen rivier en berg, is ‘s zomers vast oergezellig, maar nu is het er rustig. Wat doet een mens dit goed, zo’n gevarieerd uitstapje. In Bad Westernkotten, met een fijne camperplaats, kuren we nog wat en daarna rijden we verkwikt huiswaarts.

Dit artikel verscheen in een andere vorm in Kampeerauto nr. 2 2015.