Deelnemers uitgelicht

In juni deed de NKC een oproep om mee te doen aan de NKC Camperestafette. Na het bekijken van alle inzendingen volgde een selectieavond en uiteindelijk blonken er vier enthousiaste stellen uit. De deelnemers stellen zich voor.

Hanneke (41) en Sjors (42)

Ook met de kinderen

Kamperen is Sjors en Hanneke van Oorschot beiden met de paplepel ingegoten. Ze zijn ook wel naar hotels geweest, maar sinds ze samen een gezin hebben, is het kamperen weer helemaal terug. “Dat is veel leuker voor de kinderen en voor ons ook.” Tien jaar kamperen ze alweer met Indy (15) Lars (13) en Fenne (9). Eerst met een tent, later met een caravan. En nu lonkt de camper. “Het leuke lijkt ons dat je er spontaan mee op stap kunt. Je hoeft alleen nog even in te pakken en boodschappen te doen en hup: het weekend ligt aan je voeten.” Ook voor de sport van Lars zou een camper heel handig zijn. “Bij zijn fietscrosswedstrijden kun je kamperen. Wij gaan nu met de caravan, maar een camper zou echt veel fijner zijn, omdat je die makkelijker neerzet.”

Denken aan een buscamper

Opgroeiende kinderen hebben steeds minder vermaak nodig. “Kleine campings en camperplaatsen trekken ons wel. We hebben een SUP gekocht, waarmee de kinderen lekker kunnen klooien. Het hoeft allemaal niet zo ingewikkeld. En als de kinderen over een aantal jaren niet meer meegaan, lijkt het camperen ons ook fantastisch." De eerste gedachte van het stel gaat uit naar een buscamper. “Maar misschien komen we er wel achter dat een alkoof veel handiger is. We laten ons graag verrassen door de NKC Camperestafette. Het worden vast negen heel leuke dagen, waarin we gaan ervaren wat de praktische verschillen tussen de campers zijn. Ook zien we heel erg uit naar de reis door Friesland en de mooie camperplaatsen die we gaan bezoeken.”

Annie (68) en René (68)

Niet nieuw, maar hooguit een paar jaar oud

Annie van den Broek had zo’n 35 jaar geleden al een Mercedes-zelf-bouwcamper, waar ze met haar gezin heel Europa mee rondtoerde. “Toen zag je nog amper campers op de weg.” Maar ze ruilde de bus in voor een caravan, omdat de kinderen niet meer rond wilden trekken. En ook René Huiden ging vroeger met zijn gezin met een caravan op vakantie. Sinds de twee elkaar kennen, trekt de vrijheid van het camperleven. Sinds een jaar zijn ze daarom op zoek naar een camper. “Hij hoeft niet nieuw te zijn, maar hooguit een paar jaar oud.”

Allebei gewend om grote voertuigen te rijden

Tot dusver hebben ze niet gevonden wat ze zoeken, niet bij particulieren en niet bij dealers. Van den Broek: “Het is lastig om uit het niets te bepalen wat er bij ons past. Een halfintegraal is mooi, maar een integraal ook. René is vrij lang, dus een buscamper is misschien te klein. We gaan het zien.” Het rijden zal geen probleem zijn: Huiden werkte als chauffeur op tankwagens met melk, Van den Broek heeft in het scholierenvervoer gewerkt. Van den Broek: “Mijn C-rijbewijs is verlopen, maar als het nodig is, het ik dat zo weer opgefrist.” Als ze straks geholpen door de NKC Camperestafette een keus kunnen maken, zitten bestemmingen als Griekenland en Scandinavië in de planning. “Overwinteren lijkt ons ook heerlijk. En in het voor- en najaar zullen we ook regelmatig op pad zijn. Fijn als de camper gewoon voor de deur staat, klaar voor vertrek als het mooi weer is. Wat een vrijheid!”

Francine (53) en Michel (55)

Nooit langer dan twee dagen op een plek

Francine Wertz is al van kinds af aan een fervent kampeerder en toen ze haar partner leerde kennen, maakte ze hem ook enthousiast. Jarenlang kamperen ze nu, soms met de fiets en een kleine tent, soms met de auto en een grotere tent. Ze staan ergens nooit langer dan twee dagen. “We houden van de vrijheid en de natuur. Een vast stramien is niets voor ons. We beslissen onderweg wel wat de volgende bestemming is.” Ze staan het liefst op kleinschalige campings, die niet veel faciliteiten hoeven te bieden.

Zoeken meer comfort dan een tent

Sinds een maandje of vijf kriebelt het, want Michel Steenacker hoeft als sleepbootkapitein in de haven van Antwerpen niet heel lang meer te werken. En ook Wertz is als kapper flexibel. “We dromen ervan om meerdere maanden te reizen. Met een camper heb je meer comfort dan met een tent en kun je ook veel makkelijker van plek naar plek trekken.” Ze zoeken een tweedehands camper, maar weten niet precies wat voor. “We denken aan een buscamper, vanwege onze sportieve manier van reizen. Maar we worden ook ouder, dus misschien willen we een grotere camper.” Ze hopen dat ze na de NKC Camperestafette beter kunnen kiezen. “Uniek dat we er vier kunnen uitproberen. En dan niet alleen het rijden, maar ook het slapen, koken, douchen en ga zo maar door. We hopen dat we straks bij een mooi aanbod snel een weloverwogen besluit kunnen nemen. Want in deze markt kun je niet lang twijfelen.”

Bram (68) en Jeannette (66)

Denken aan een nieuwe halfintegraal

Bram en Jeannette Besuijen kamperen al hun hele getrouwde leven. “Zelfs onze huwelijksreis was in een tentje.” Ook met de kinderen gingen ze er met een tent op uit. “We zijn veel in Frankrijk geweest en kampeerden zo’n twee nachten op één plek, liefst op een rustige camping in de natuur, waar we ook kunnen wandelen.” De laatste jaren wisselen ze het tentkamperen steeds vaker af met een weekje appartement, want nu ze allebei niet meer werken, mag het allemaal wel iets comfortabeler. “Vandaar dat we op zoek zijn naar een camper.” En de zus van Bram maakt het stel al jaren enthousiast. “We krijgen van haar iedere uitgave van het magazine Kampeerauto als zij deze heeft gelezen.”

Beter beeld van voor- en nadelen van verschillende campers

In Nieuw-Zeeland probeerden ze het camperleven voor het eerst. “Dat was ontzettend leuk, maar het Volkswagenbusje dat we hadden gehuurd, vonden we toch net iets te klein.” Ruim een jaar zijn ze nu op zoek. Ze denken dat een nieuwe halfintegraal het beste bij ze past, maar laten zich graag verrassen door de andere modellen. “Een integraal lijkt ons wat groot, maar misschien willen we dat juist wel. We hopen een beter beeld te krijgen van de voor- en nadelen van de verschillende modellen.” Er moet wel plaats zijn voor de kleinkinderen, dus vier slaapplaatsen is het minimum. Het stel wil vaak op pad. “We willen sowieso twee keer per jaar langer weg, een week of vijf. En verder allemaal korte tripjes. Dan kunnen ook de kleinkinderen mee. Zij zijn het gewend om te kamperen en vinden het helemaal fantastisch.”