Het chassis van een camper
Het chassis is de ruggengraat van de camper. Aan dit onderstel wordt van alles bevestigd: de brandstoftank, de watertank, het uitlaatsysteem, de motor, leidingen, de assen, de trekhaak, steunpoten, de cabine en de opbouw. Bovendien draagt het chassis de lading.
De meeste campers hebben een raam- of ladderchassis. Dit type bestaat uit twee lange U- of kokerbalken in lengterichting en meerdere balken in dwarsrichting. De belangrijkste functie is het dragen, opvangen en verwerken van krachten.
Bij een stilstaande camper wordt het chassis alleen door verticaal gerichte beladingskrachten belast, maar bij een rijdend voertuig bestaat de belasting uit gewichtsverplaatsingen, zeer wisselende veerspanningen en rem- en acceleratiekrachten. Elke wegoneffenheid die wordt ‘genomen’ veroorzaakt een horizontale stoot op het chassis. Deze krachten moeten worden opgevangen met zo min mogelijk vervorming van het chassis.
Het chassis vangt krachten op
Het chassis moet sterk genoeg zijn om de lading te kunnen dragen, ook bij dynamische belastingen zoals stoten, optrekken en remmen. Bovendien moet het voldoende stijf zijn om te voorkomen dat bij optredende stoten in verticale richting geen noemenswaardige torsie in het chassis optreedt die nadelig zou zijn voor de opbouw. Ook moet het chassis zo licht mogelijk geconstrueerd zijn met een zo laag mogelijk zwaartepunt voor de opbouw.
De opbouwrichtlijnen adviseren niet zelf aan het chassis te boren, zagen of te lassen. Laat dit soort werkzaamheden alleen uitvoeren door deskundige opbouwbedrijven en bedrijven die aanpassingen aan het chassis doen. De opbouwrichtlijnen geven onder meer informatie over:
- De lengte van de achteroverbouw.
- Hoogte van het zwaartepunt.
- Toepassing van stabilisatoren.
- Gewichtsverdeling.Chassiscabine